• Mas Oyama

  • Matsutatsu (Mas) Oyama werd geboren in Zuid-Korea in 1923. Reeds op 9-jarige leeftijd werd hij naar zijn zuster in Zuid-China gestuurd. Daar kwam hij in contact met een Chinese vorm van Kempo (eighteen hands). Na drie jaar keerde hij terug en trainde verder in het Koreaanse Kempo tot zijn 15e levensjaar.

    Mas Oyama vertrok naar Japan in 1938. Na enkele omzwervingen in de wereld van de "Martial Arts" wordt zijn interesse opnieuw gewekt door het karate en wordt hij een leerling van Gichin Funakoshi.

    Gichin Funakoshi bracht in 1916 het moderne karate van Okinawa naar Japan. Deze onderwijst hem in een stijl die wij kennen als Shotokan karate. Wanneer Mas Oyama als 20-jarige dienst neemt in het Japanse leger is hij reeds 4e Dan, een ongelofelijke prestatie. Ook zijn hernieuwde interesse in het judo werpt zijn vruchten af, hij bereikt ook hier de 4e Dan

    De eerst periode na de westerse overwinning op Japan is voor Mas Oyama, en met hem voor vele Japanners, vooral ook mentaal een moeilijke periode. In die periode ontmoet hij So Nei Chu. Deze mede-Koreaan, levend in Japan, is een autoriteit in de wereld van de Martial Arts en, naast zijn fysieke, vooral bekend om zijn geestelijk kracht. Tevens ontmoet hij Eji Yoshikawa, de schrijver van het boek Musashi, gebaseerd op Japans beroemdste Samurai. Door de schrijver en het boek leert Mas Oyama de ‘Samurai Bushido Code’ beter begrijpen.

    Hij vertrekt, tezamen met een leerling, naar de berg Minobu, de plek waar Musashi de zwaardvechtstijl Nito ontwikkelde. De leerling keert na 6 maanden van eenzaamheid terug naar de beschaving, maar met de schriftelijke en soms zeer praktische support van So Nei Chu (hij adviseerde hem om een wenkbrauw af te scheren zodat hij met goed fatsoen niet eens terug kon keren) vervolbrengt Mas Oyama een periode van 14 maanden, trainende in volledige eenzaamheid. Mede onder invloed van financiële factoren keert hij voor een korte periode terug in de maatschappij, slechts om nationaal Japans kampioen van 1947 te worden. 

    Opnieuw trekt Mas Oyama zich terug, dit keer op de berg Kiyozumi. De trainingen waaraan hij zichzelf onderwerpt zijn rigoureus, 12 uur per dag zonder onderbrekingen. In die periode waren wilde dieren, bomen, rivierstenen en rotspartijen zijn "tegenstanders" en overwon hij ze allemaal. Tevens besteedde hij tijd aan de bestudering van de vele oude vormen van de vechtkunst, zen en filosofie en mediteerde hij urenlang in ijskoude waterwallen. Na 18 maanden keert Mas Oyama terug in de maatschappij, niet alleen fysiek, maar zeker ook mentaal, een andere, veel sterkere man dan de man die na de oorlog terugkwam in een ondermijnd Japan.    

    Na zijn terugkeer begon Mas Oyama zijn eigen ontwikkelde stijl, die later Kyokushinkai zou heten, te onderwijzen en te verspreiden. Hij vocht met 52 stieren, waarvan er drie door hem met één slag werden gedood. Hij werd uitgedaagd door 270 verschillende opponenten, waarvan het merendeel werd verslagen door slechts één slag of stoot.

  • 100-man kumite
    In die tijd ontstond ook de 100-man kumite. Mas Oyama zou drie achtereenvolgende dagen het tegen 100 tegenstanders hebben opgenomen en, alhoewel gewond, deze ook hebben verslagen.

    Na hem haalden slechts een tiental karateka's de 100-man kumite (ondanks de vele pogingen die werden gedaan). Eén van de niet-Japanners die deze uitdaging aanging en completeerde was Steve Arneil.

    Mas Oyama opende zijn eigen dojo in Tokio en bezocht o.a. de Verenigde Staten. In 1957 opende Bobby Lowe, ervaren in vele vormen van Martial Arts en na 1,5 jaar van training bij Mas Oyama in Japan, de eerste buitenlandse dojo. In 1964 werd de naam Kyokushinkai officieel de naam van de stijl van karate zoals die dan reeds jaren door Mas Oyama werd onderwezen.

    Helaas is Mas Oyama op 26 april 1994 op 70-jarige leeftijd overleden. De door hem aangewezen opvolger is Shokei Matsui, voormalig wereldkampioen met een universitaire opleiding in management. In 1997 bezocht Matsui het internationale zomerkamp op sportcentrum Papendal.

    Zijn krachtvolle, maar bijna zachtmoedige, uitstraling vragen direct om het nodige respect. Hij toonde belangstelling voor alle karateka's, van jong tot oud, van hoge tot lage graden. Hij leidde vanuit Tokio de Internationale Karate Organisatie Kyokushinkaikan (IKO) met scholen over de gehele wereld in 120 landen, met een totaal aantal leden van 12 miljoen.

    Mas Oyama leefde volgens de volgende 11 motto's:

    1. De "Martial Way" begint en eindigt met hoffelijkheid. Daarom, wees echt beleefd ten alle tijden.

    2. Het volgen van de "Martial Way" is zoals het beklimmen van een klif - je moet voort zonder rust. Het vraagt absolute en onwankelbare toewijding aan de taak voor handen.

    3. Streef ernaar het initiatief te nemen in alle dingen, altijd waakzaam zijn tegenover acties die voortvloeien uit egoïstische vijandigheid of onbedachtzaamheid.

    4. Zelfs voor de beoefenaar van gevechtskunst kan het belang van geld niet genegeerd worden. Toch, men moet toch oppassen dat men er nooit afhankelijk van wordt.

    5. De "Martial Way" is gecentreerd op postuur. Streef ernaar de juiste houding te behouden te allen tijde.

    6. De "Martial Way" begint met duizend dagen en is beheerst na tienduizend dagen training.

    7. In de gevechtskunst brengt zelfbeschouwing wijsheid. Bezin altijd over je acties als een mogelijkheid om te verbeteren.

    8. De natuur en het doel van de gevechtskunsten is universeel. Alle egoïstische verlangens zouden moeten geroosterd worden in de hardende vuren van harde training.

    9. De gevechtskunsten beginnen met een punt en eindigen in een cirkel. Rechte lijnen komen voort uit dit principe.

    10. De echte essentie van de "Martial Way" kan alleen bereikt worden door ervaring. Dit wetende, leer nooit zijn vraag te vrezen.

    11. Onthoudt altijd, in de gevechtskunsten zijn de beloningen van een zeker en dankbaar hart werkelijk overvloedig.