• Discipline

  • Dojo Discipline

    • De Leraar wordt nooit met naam of voornaam aangesproken, maar altijd met Shihan, Sensei of Sempai.
    • Bij het betreden of verlaten van de dojo laat men hoger gegradueerde karateka's voorgaan.
    • Als de Shihan, Sensei of Sempai praat, staat men in de fudo dachi zo ook als men zelf iets vraagt.
    • Men draagt altijd een schone en gestreken karate-gi met de bijbehorende band waar men recht op heeft.
    • Op de karate-gi mogen slechts 2 emblemen gedragen worden, op de linker borst het kyokushinkai teken en op de linker mouw het dojo embleem.
    • Het dragen van sieraden tijdens de les is ten strengste verboden.
    • Men verlaat de dojo nooit zonder toestemming.
    • Men zorgt voor een schoon lichaam voor de les, extra de voeten wassen.
    • Men zorgt voor schone en kort geknipte nagels aan handen en voeten.
    • Bij het te laat komen in de les, om wat voor reden dan ook, gaat men bij de muur zitten in seiza tot dat de Shihan, Sensei of Sempai het sein geeft om de les te gaan volgen.
    • Geef nooit in het openbaar kritiek op de Shihan, Sensei of Sempai. Praat er na de les over, wat er in uw beleving niet goed gaat.
    • Als de Shihan, Sensei of Sempai later de dojo in komt, waar voor dan ook, sta nooit met je rug naar hem of haar toe, sta fudo dachi en groet met een luid Osu.